Ik zou het niet erg vinden dat papa dood zou gaan, dan krijgen mama en ik geen klappen meer.

De ouders van Veerle scheidden toen ze bijna 10 was. Toen ze dat hoorde, vond ze dat niet eens zo erg. Meer nog: ze voelde zich opgelucht. Geen knallende ruzies meer, geen (stilzwijgende) verwijten, geen borden en andere voorwerpen die door het huis heen vlogen.

De spanningen thuis zorgden ervoor dat ze zich niet meer kon focussen op school, en dat was voor de prestatiegerichte Veerle een hel. Op een dag vroeg de meester haar hoe het met haar ging. Het kleine meisje barstte ongecontroleerd in snikken uit, waarna de leraar haar naar een vertrouwenspersoon van het CLB (centrum voor leerlingenbegeleiding) stuurde.

Vanaf toen dacht ze dat alles beter ging. Ze voelde zich niet alleen. De begeleidster van het CLB zocht contact met Het Huis. Daar werd Veerle met open armen en een luisterend oor opgevangen. Veerle vertelde dat ze wel begreep waarom haar ouders uit elkaar waren gegaan, maar ze had nog steeds gehoopt dat het ooit weer goed zou komen. De hoop dat haar ouders elkaar niet meer zouden slaan of uitschelden bleef een constante. Veerle wist op die leeftijd al wel dat haar vader al eerder ‘poging tot doodslag’ op zijn geweten had en dat haar moeder geen aanklacht had durven indienen. Ze legde het uit, maar begreep de impact van haar woorden nog niet, zei ze later.

In Het Huis durfde ze ook vertellen dat ze het niet erg vond als haar vader dood zou gaan, omdat haar moeder en zij dan geen klappen meer zouden krijgen. En als haar vader dood was, dan kon hij haar moeder nooit doodslaan.

Ook na de scheiding bleef Veerles vader haar moeder ernstig lastigvallen. Hij stalkte haar en bedreigde haar met de dood. Veerles moeder zocht haar heil in kalmeermiddelen, antidepressiva en alcohol waardoor haar bewustzijn in de opvoeding van Veerle ook compleet weg-ebde.

Pas toen Veerle het hele verhaal eruit had gegooid, volgde er – tot ieders’ verbazing – helemaal geen opluchting. Wel wanhoop. Grote tranen rolden van haar wangen. Na gerichte doorvraagtechnieken kwam de vrijwilligster van Het Huis kwam Veerle tot de kern: ‘Nu heb ik hier alles verteld, en nu weet ik niet meer wat ik nog aan mijn vader of moeder kán vertellen. Ik ga hier al zeker niet lachen of huilen want dat komt vast dan in een verslag dat iedereen kan lezen.’

‘Ik ga hier zeker niet lachen of wenen, want dat komt in een verslag terecht dat iedereen kan meelezen.’

Hoewel de vrijwilligster erop bleef hameren dat ze het beroepsgeheim dat nooit zou schenden, bleef de diepgewortelde angst op Veerles ziel kleven. REPORTAGE De coördinatrice van Het Huis nam alle tijd die ze kon vrijmaken om naar Veerle te luisteren, en bedacht in de avonduren wanneer iedereen naar huis was hoe zij en haar team Veerle konden helpen. Uiteindelijk kreeg het team het voor elkaar om Anja – de moeder van Veerle – aan hun praattafel te krijgen. Daardoor vond Anja de moed om aangifte te doen bij de politie, doorgedreven therapie te volgen om haar verleden te verwerken en van de middelen af te komen. Ze heeft nu een leuke baan als kledingverkoopster en woont nu met Veerle – die inmiddels bijna 18 is – in een leuk huisje. Veerle ziet haar vader niet meer en ze mist hem ook niet.

Veerle maakt nu plannen om te gaan studeren voor maatschappelijk werkster om jongeren in vechtscheidingen professioneel te kunnen begeleiden.