Anoniem
Mijn vader stal mijn jeugd, Het Huis gaf me die terug.
Mijn vader was een echte wolf in schapenvacht. In de maatschappij droeg hij altijd een masker. Soms was hij de clown die alles voor elkaar had, hij kon huilen wanneer het hem goed uitkwam.
Wanneer we alleen waren leefden we in een Jeckyll and Hyde-verhaal: dan kon de zachtaardige versie plots switchen naar de agressieve versie die ook nog eens seksueel overschrijdend gedrag vertoonde. Na zijn escapades dreigde hij ermee dat hij mijn dierbaren wat zou aandoen als ik mijn mond zou openen. Dus ik zweeg. Ik ontwikkelde al snel een tactiek waarbij ik lachte zodat niemand mij – noch de situatie – in vraag stelde. Een pittige case voor Het Huis. Uiteindelijk slaagden Het Huis en onze advocaat erin dat ik mijn vader niet meer hoefde te zien. Pas toen kon ik mijn verwerkingsproces starten.
Toen ik twintig was werd ik opnieuw door elkaar geschud: mijn vader zocht weer contact, met de boodschap dat hij huidkanker had en terminaal was. Mijn eerste reactie was opluchting. “Oef, daar ben ik vanaf. Die hoef ik dan ook nooit meer te zien.” Uiteraard had ik – na al wat hij ons had aangedaan – nog veel pijn. En vergeven zal ik het hem nooit. Het was mijn oma die me de wijze raad gaf om dit hoofdstuk in mijn leven af te sluiten door een laatste confrontatie met hem aan te gaan. Zo kon ik hem nog zeggen wat hij bij me had aangericht, zodat ik niet mijn hele leven met onbeantwoorde vragen en wrok bleef zitten.
De dag dat ik hem terugzag in het ziekenhuis herinner ik me nog goed. We hadden een gesprek in de tuin. Deze stap zette ik niet voor hem, wel voor mezelf. Eindelijk kon ik de dingen die me zó hadden beschadigd benoemen. Ik kreeg ook de kans om hem te vragen waarom hij me dit had aangedaan. Hij kreeg op dat moment ook de kans om zich te verontschuldigen. Dit moment heeft me heel erg geholpen in het loslaten van mijn verleden. Het hoofdstuk “mijn vader” was geschreven en ik kon het boek dichtslaan. Daardoor kreeg ik ook rust binnenin mezelf.
Wanneer ik nu terugdenk aan Het Huis, bekruipt me het zeer ongemakkelijk gevoel. Dan zie ik het kind dat twee dagen van tevoren al beefde voor dát moment. Wanneer ik dan in Het Huis arriveerde, klapte mijn mond in een slot en weigerde mijn lichaam dienst. Dat veranderde al gauw door de betrokkenheid van de deskundige medewerkers van Het Huis. Zij gaven me het zelfvertrouwen waarnaar ik zo hunkerde. De vrijwilligers stralen sereniteit uit, waardoor je vanzelf al tot rust komt en een veilig gevoel krijgt.
Toen ik als jong kind in Het Huis terechtkwam stond dat zelf nog in de kinderschoenen: Rita had maar enkele collega’s om zich heen. Sinds dat moment van aankomst ben ik nooit meer bang geweest: ik kreeg éindelijk het gevoel dat er me niets meer kon overkomen. Zij gaven me de moed om over de problemen die ik met mijn vader had te praten.
De tussenkomst van Het Huis was voor mij een verlossing. Door mezelf te mógen en kunnen uiten is mijn leven heel erg veranderd, in de positieve zin. Ik vind het bijzonder om te zien hoe kleinschalig Het Huis is gestart en nu open gebloeid is naar een prachtige locatie met een geweldig team van vrijwilligers. Intussen ben ik 29 en vraag ik nog steeds raad aan Rita wanneer ik dreig vast te lopen in een situatie. Het Huis is voor mij een essentiële waarde geworden in mijn leven: dé ultieme verlossing eigenlijk. Ik ben ervan overtuigd dat veel kinderen dit gevoel ervaren wanneer ze terugdenken aan Het Huis.